Caïro, een krankzinnige hoofdstad in verval

on

Steeds meer mensen leven in steden, waarbij Afrikaanse en Aziatische miljoenensteden duidelijk het voortouw nemen. De clash van culturen en levensbeschouwingen stelt zich vaak het scherpst in die steden. En door hun groot inwonersaantal – en misschien ook drang naar vrijheid of minstens naar ‘iets anders’ – zijn ze vaak de bakermat van revolte en rebellie.

 

Dat zijn geen abstracte statements. Ze zijn heel concreet. Dat leert ons ook de Egyptisch hoofdstad Caïro (Arabisch: al-Qāhirah). Een megapolis van 12 miljoen inwoners, zelfs 19 miljoen met de voorsteden erbij, onder meer bekend geworden door de eigen versie van de Arabische lente die begon op 25 januari 2011 om het Tahrirplein en leidde tot het ontslag van dictator-president Hosni Moebarak op 11 februari van dat jaar.

 

cairo
Caïro: fenomenale bevolkingsgroei (bron: http://worldpopulationreview.com/world-cities/cairo-population/)

 

Tahrir_Square_during_8_February_2011
Protest op Tahrirplein, 8 februari 2011

 

Hoe vergaat het Caïro momenteel? Het reisverslag van Brusselaar en Midden-Oosten-kenner Lieven Van Mele laat ons heel wat impressies. Vandaag deel 1.

 

Caïro : krankzinnige miljoenenhoofdstad in verval

 

 

Zaterdag 1 april (al yoem as sabt, de zevende dag)

 

Ik land op terminal 3 van de luchthaven van Cairo, hoofdstad van Egypte. Net voor de zogenaamde Arabische Lente in 2011 werd de nieuwe, ruime, comfortabele en moderne terminal 3 gebouwd om de groeiende hoeveelheid toeristen te kunnen opvangen, maar sedert die Arabische Lente is het aantal toeristen dramatisch gedaald. De nieuwe luchthaven ligt er dan ook bijna verlaten bij. Pijnlijk, want het toerisme is traditioneel één van de vier hoofdinkomsten van Egypte (naast de opbrengsten van het Suez kanaal, het geld dat Egyptische gastarbeiders vanuit de Golf naar huis sturen en de relatief beperkte olie-uitvoer). De luchthaven verlaten duurt niet lang, ook al omdat men inzake controles en veiligheidsmaatregelen nooit te moeilijk doet in dit land. De taxichauffeur vraagt 180 Egyptische Pond (EP) voor een rit tot Midan Ramsis, dat is de buurt van het Centraal Station, wat betekent dat ik slechts in beperkte mate wordt opgelicht. Was ik Egyptenaar geweest men had mij minder dan 100 EP aangerekend, maar in dit land bestaan verschillende tarieven voor Egyptenaren en buitenlanders. In België heet zo iets discriminatie en racisme, hier is het een nationale sport. Het zwaar gedevalueerde Egyptische Pond kan overigens één van de redenen zijn om nu een reis te boeken naar dit land : voor 1 euro krijg je nu 19 EP, in het begin van deze eeuw was dit nog 5 à 6 EP. Jammer voor de meerderheid van Egyptenaren die moeten knokken om elke maand de eindjes aan elkaar te knopen, maar leuk voor de Europese toerist met z’n sterke euro. Een laag EP is goed voor de export ? In theorie wel, maar Egypte is geen typisch exportland, en de goederen die het exporteert (met als schoolvoorbeeld textiel) zijn vaak brol en kunnen de concurrentie niet aan met de veel betere textielproducten uit pakweg Turkije.

egypt_map1

De ramen van de taxi zijn open. Uiteraard, het is mooi weer, in de zomer stijgt de temperatuur zelfs vaak tot 40° in de schaduw. De muziek staat vollen bak (dat gebeurt wel vaker in Egypte), gelukkig is het Faiza Ahmed, één van de beste Egyptische klassieke zangeressen aller tijden, en niet de moderne commerciële lawaaierige Arabische popmuziek waar je constant mee wordt geteisterd in de ganse regio. Uiteraard heeft de chauffeur een sigaret in z’n mond.

Waanzinnig verkeer

Wat de bezoeker aan Cairo meteen opvalt zijn de enorme files, het krankzinnige autoverkeer, de uitlaatgassen, het onophoudelijke geclaxoneer. De gevolgen zijn er ook naar : Cairo wordt geteisterd door een enorme luchtvervuiling (mede veroorzaakt door landbouwers in de rand rond Cairo die hun afval verbranden), het aantal verkeersongelukken is bangelijk hoog, bekijk je geparkeerde auto’s op straat dan wordt het toch even zoeken om een auto te vinden zonder blutsen. Enkel dure wagens hebben geen blutsen want de modale Egyptenaar weet heel goed dat je geen verhaal hebt als je tegen de wagen van een rijke botst. Verkeer in het algemeen is overigens een groot probleem in Egypte : ferryboaten die zinken in de Rode Zee wegens te veel volk op de boot en slecht onderhoud, treinen die in brand schieten omdat in de derde klaswagons een arme Egyptenaar vuurtje stookt om eten te koken, buschauffeurs die in slaap vallen op de weg Cairo-Alexandrië en zo tientallen mensen de dood injagen, de ondergrondse metro die stilvalt omdat de elektriciteit is uitgevallen (de compleet verouderde elektriciteitscentrales zijn vaak overbelast, vooral in de zomer als honderdduizenden airconditioners constant werken), een luchtballon vol toeristen die neerstort in Louxor, een toestel van Egypt Air (Misr Tayran) dat ontploft na te zijn opgestegen in Sharm El Sheikh, etc., we hebben hier afgelopen jaren echt alles meegemaakt.

 

De taxi stopt eindelijk voor hotel Victoria, een oud ex-koloniaal (British) hotel aan het begin van de Shari al Goemhoeriyya (de Straat van de Republiek). Uiteraard vraagt de chauffeur bakhshish (een fooi). Niks werkt hier in Egypte zonder bakhshish, en dat geldt niet alleen voor de toeristen maar voor alle Egyptenaren, van welke sociale klasse dan ook. Ik geef natuurlijk lekker géén fooi want met mijn 180 EP ben ik sowieso al in de zak gezet. En dan krijg je heel voorspelbaar het gezeur dat die 180 EP niet voor die arme chauffeur is bestemd maar voor de taxifirma.

Lege hotels

Er logeren nauwelijks vijf mensen in het hotel. Waar is de tijd dat men hier elke dag drie à vier bussen toeristen afkieperde ? Voor de meeste westerse journalisten was de Arabische Lente big fun, voor Egypte betekende het echter onder meer een toeristische industrie die in elkaar is gestort. Net zoals de meeste hotels heeft ook Victoria veel personeel moeten afdanken. Een drama, want in landen zoals Egypte bestaan er geen werkloosheidsvergoedingen of OCMW. Het sociale vangnet is hier de familie, en het begrip familie is in Egypte veel ruimer dan alleen maar vader, moeder en twee kindjes. Ik verneem dat één van de ontslagen obers (Hamdi uit Aswan) ondertussen salafist is geworden. Het is niet waar, hij ook al. Zijn zoon, afgestuurd aan de Cairotische hotelschool, liep stage in de keuken van het hotel. Daar heeft Hamdi een einde aan gemaakt, want werken in een hotel waar alcohol wordt geserveerd, nee, dat kan je als salafist niet toelaten.

 

 

Zondag (al yoem al ahad, de eerste dag)

 

Zondag is een gewone werkdag in Egypte. Ik ga eerst wat kranten kopen op Midan Ramsis, 200 meter van het hotel. Om een krant te kopen in Egypte moet je niet naar de krantenwinkel, zoals wel vaker gebeurt in mediterrane landen worden die net als boeken verkocht op straat. Niet in een kiosk, gewoon uitgespreid op het voetpad. De oude verkoopster blijkt mij nog te herkennen, ook al is het  ondertussen drie jaar geleden dat ik nog in Cairo ben gepasseerd. Ze is heel blij mij te zien. Uiteraard, want ze weet dat ik steeds minstens vijf kranten en weekbladen koop. Hup, terug naar het hotel om een paar koffies achterover te slaan en te kijken in de kranten wat voor nieuws er is. Kranten lezen in Egypte is boeiend. Ook al heerst er (zelf)censuur, er is toch een zekere marge van persvrijheid. De rode lijnen zijn bekend : geen kritiek op Al Sissi (dat is de huidige president die op een nog dictatorialere manier het land regeert dan zijn verguisde voorganger Hosni Moebarak), absoluut geen kritiek op alles wat te maken heeft met de islam, geen geleuter over schendingen van mensenrechten of discriminatie van christenen, blijf af van de vele corruptiezaken in de politiek en het bedrijfsleven. De Egyptische pers is ook heel voorspelbaar : sappige verhalen over criminaliteit, uitgebreide besprekingen van de nieuwste brolfilm, veel voetbalnieuws (Egyptenaren zijn voetbalgek, dat is een erfenis van de Britse koloniale periode), lovende besprekingen van het beleid van de overheid (elke beslissing die de regering neemt is per definitie historisch), eindeloos geleuter over Israël (een ware obsessie, en zonder enige twijfel vijand nummer één ondanks het vredesakkoord dat Egypte en Israël eind de jaren ’70 tekenden).

Maleesh

Ik kom ondertussen tot de vaststelling dat in het hotel nog niks veranderd is ten opzichte van drie jaar geleden : verschillende knoppen in één van de liften doen het nog steeds niet, warm water in je douche krijgen blijkt nog steeds moeilijk, één van de pc’s in het Internetkot doet het nog steeds niet, de kapotte lampen in de luster zijn nog steeds niet vervangen etc., etc. Dit is Egypte, het land waar het je m’en foutisme alomtegenwoordig is. Niet toevallig is maleesh (het doet er niet toe) één van de meest gebruikte woorden in het land.

 

Hup, dan is het nu tijd voor een fikse wandeling. Dat betekent onder meer goed opletten. In termen van criminaliteit gesproken is Cairo superveilig, veel veiliger dan de Europese grootsteden, maar er zijn andere gevaren : ja, een krankzinnig autoverkeer, de weinige rode lichten die werken worden niet gerespecteerd, zebrapaden zijn onbestaande, bij het oversteken van een straat kan je niet voorzichtig genoeg zijn. ’s Avonds als het donker is word je bovendien geconfronteerd met massa’s wagens die zonder lichten rijden zodanig dat je ze niet ziet aankomen. Wat valt op bij een doorsnee wandeling ? Dat Cairo overbevolkt is. De stad telt nu meer dan 20 miljoen inwoners en blijft maar groeien. Dat betekent concreet dat er in Cairo nog meer mensen wonen dan in een wereldstad als Antwerpen. Complete waanzin. Scholen, ziekenhuizen, openbaar vervoer, het woningenpark, de watervoorzieningen, etc. kunnen die toevloed aan geboorten niet meer aan. Het kan de doorsnee Egyptenaar geen bal schelen. Allah heeft gezegd dat de moslims veel kinderen moeten hebben, dus doen we maar lekker verder. Ooit heeft Hosni Moebarak op voorzichtige wijze geprobeerd om een campagne te starten voor geboortebeperking. In de moskeeën kregen de gelovigen echter te horen dat dit een maatregel was tegen de islam. Gevolg : campagne afgevoerd want de Egyptische overheid wil absoluut vermijden om bij de bevolking over te komen als slechte moslims. Het tweede dat opvalt bij het rondwandelen in Cairo is het grote aantal mensen dat arm is en heel vuil gekleed rondloopt. Loop je rond in de volksbuurten van pakweg Damascus dan zie je arme mensen die toch nog de moeite doen om er zo proper mogelijk uit te zien. Niet zo in Cairo. Ten derde valt het op dat er zo veel huizen vervallen en lelijk zijn. En dat heeft een reden : ooit besliste de voormalige socialistische president en dictator Gamal Abdoel Nasser dat de huurcontracten bevroren en erfelijk zouden worden om zo Egyptenaren met een bescheiden inkomen het recht op een betaalbare woning te garanderen. Dat betekent concreet dat er bijvoorbeeld achterkleinkinderen zijn die nog steeds in hetzelfde appartement wonen dan hun grootouders onder hetzelfde huurcontract en aan dezelfde belachelijk lage huurprijs van vroeger. Omdat de meeste huiseigenaars een hele lage huurprijs ontvangen geven ze geen geld uit aan onderhoud of reparaties en staat meer dan de helft van het woningenpark te verkommeren. Leve het socialisme !

 

Deze bijdrage verscheen op 13 april 2017 in weekblad ’t Pallieterke. Hier vind je deel 2.

2 reacties Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s