Jos De Man – “diversiteit een verrijking?”

Wie een stadsdenker zoekt, die vindt. Die vindt vaak auteurs die zichzelf in linkse, liberale of links-liberale hoek zullen situeren. Dat kan alleszins niet gezegd worden van deze gesprekspartner. Jos De Man (°1933) is wellicht minder bekend dan zijn zoon (een voormalig parlementslid) of zijn echtgenote (dat moet u zelf maar eens op zoeken).

De Man schreef met ‘Van burger tot onderdaan’ (2012) een opmerkelijk boek. Wie pakweg Luckas Vander Taelen politiek incorrect noemt zal vast diep moeten nadenken hoe De Man te kwalificeren. Zelf zegt hij “rechtse tendensen en linkse aanvechtingen te verzoenen” en niks met partijpolitiek te maken te hebben.

De Man heeft er een intellectueel en ideologisch parcours op zitten. Hij pleitte in de jaren ’50-’60 zes jaar als advocaat aan de balie te Kortrijk om daarna journalist te worden bij Het Laatste Nieuws. Later werd hij bekend in de Vlaamse huiskamers als medewerker en acteur bij het programma «Beschuldigde, sta op». Hij is een literaire veelvraat en auteur van verschillende boeken, was hoofdredacteur van het linkse weekblad Vrijdag, schreef recensies, essays en interviews voor HP/De Tijd, De Volkskrant, en Intermediair en – recenter – boekrecensies in De Morgen.

vanburgertotonderdaan_cover
Jos De Man: “rechtse tendensen en linkse aanvechtingen”

‘s Mans boek is het relaas van de (Westerse) burger die ‘onderdaan’ wordt, die onteigend wordt door de oligarchie: op politiek, cultureel en financieel gebied. Hij fileert achtereenvolgens de onzichtbare maar geconcentreerde macht van de financiële wereld en instellingen, de globalisering, de Europese Unie, de naïviteit van de mensenrechten-doctrine, de multiculturele samenleving en de manier waarop de vrije meningsuiting in het Westen wordt ingeperkt. Hij citeert gretig politici – vooral die whom he loves to hate -, historici, filosofen, … Gaande van de Britse psychiater-columnist Theodore Dalrymple tot de Duitse SPD-politicus Thilo Sarrazin die internationaal in de schijnwerpers kwam te staan door zijn controversiële boek Deutschland schafft sich ab (Duitsland heft zichzelf op).  De Mans boek moest het met veel minder media-aandacht doen.

De Man woont na verschillende omzwervingen nu al meer dan 20 jaar in Antwerpen. Zonder dat hij zich Antwerpenaar of inwoner van wat dan ook voelt: hij zou overal kunnen wonen. En al voelt hij zich goed nu in Antwerpen, toch exploreert hij liever zijn boekenkast dan zijn stad – een stadssocioloog zal hij zichzelf nooit noemen. Maar dat zijn analyses over multiculturalisme bij uitstek van toepassing zijn op onze steden lijkt logisch. En de aanleiding voor dit gesprek.

Sinds het verschijnen van zijn boek in 2012 is er heel wat gebeurd, natuurlijk.

Sedert het verschijnen van mijn boek is de meest frappante evolutie in Europa natuurlijk de reeks aanslagen in de grote steden: Parijs, Nice, München, Brussel, … “, begint De Man zijn betoog. “ De steden zijn als het ware slachtoffer van die evolutie. Een tweede, op lange termijn volstrekt noodlottige evolutie is de zogeheten vluchtelingencrisis, fel aangewakkerd door de autistische Angela Merkel.

De steden ondergaan die situatie. De sfeer is uiteindelijk gekenmerkt door wat ik noem ‘contactdwang met vreemden’. Het vreemde gaat zelfs overheersen in die steden, en dat stemt onbehaaglijk.

Dat onbehagen werd lange tijd onderdrukt, onder invloed van ‘progressieve’ indoctrinatie. Wat de mensen niet luidop durven zeggen, bekennen ze echter wel anoniem aan opiniepeilers. Om maar iets te zeggen: volgens een recent onderzoek van Chatham House vindt 55%  van de Europeanen dat alle verdere immigratie uit moslimlanden onmiddellijk moet worden stopgezet. Dat is een harder standpunt dan de veel besproken moslim-ban van Trump, die slechts zeven van de 57 moslimlanden betrof.

 

Is het multicultureel samenleven dan overal mislukt? Zijn er geen steden waar het wel lukt om in diversiteit  samen te leven?

Dat het multiculturalisme mislukt is hebben Merkel, Sarkozy, en Cameron al in 2011 geroepen. Wie ben ik om hen tegen te spreken? Zij hebben al het antwoord gegeven op uw vraag of er steden zijn waar multicul werkt. Trouwens, zijn de steden multicultureel? Neen, het zijn etnische lappendekens.

Het politiek correcte credo is dat 180 talen in een stad een verrijking zijn. Ik weet niet goed waar die bewering op slaat want ze kan niet gestaafd worden. Wel integendeel, de steden zijn Torens van Babel geworden. Wederzijds – letterlijk en figuurlijk – onbegrip is de regel en conflicten en misverstanden zijn de gevolgen. Die diversiteitsrage gaat mijn verstand te boven.

Het resultaat van alle inspanningen zoals positieve discriminatie, extra middelen voor moeilijke scholen, … is nihil. De schoolresultaten zijn globaal genomen nog steeds even slecht. Wat moet je met een grote bevolkingsgroep met abnormaal hoge werkloosheidscijfers? Dat was 10 en 15 jaar geleden al zo en dat is nog steeds zo.

Sedert de jaren tachtig is de criminaliteit, die bijna uitsluitend de steden teistert, meer dan verdubbeld. De steden lijden onder de extreme segregatie van de getto’s. De ordehandhaving is onmogelijk in de no go zones. In Zweden waar de “elite” doceert dat er geen Zweden bestaan, of dat iedereen Zweed is want dat is hetzelfde, heerst volslagen anarchie in hele wijken van Malmö en Göteborg. In Duitsland blijkt uit gegevens van het Bundeskriminalamt dat asielzoekers vijf keer meer misdrijven plegen dan autochtone Duitsers, en twintig keer meer  groepsverkrachtingen plegen.

België is gelukkig enigszins een uitzondering: er zijn minder conflictsteden en -wijken dan vele andere landen omdat België weinig echte grootsteden heeft.

Je kan de multicul-problematiek ook niet los denken van de islam. Europeanen integreren zich vrij vlot in andere Europese gemeenschappen. Maar dat is geen kwestie van ‘multicultuur’, aangezien we met Grieken, Russen, Hongaren of IJslanders de fundamenten van onze cultuur delen. Katholieke Polen of Brazilianen zorgen voor minder problemen, niet per se omdat het dezelfde religie is, maar omdat die religie geen ideologie te noemen is. De hier gevestigde Chinezen vallen op door discretie, maar ze zijn te gering in aantal om daar een conclusie aan te verbinden. Het lijkt er toch niet op dat er met andere bevolkingsgroepen in dezelfde mate problemen zijn als met moslimgroepen.

De politici van de laatste decennia die verantwoordelijk waren voor de immigratiepolitiek van de  gastarbeid – hoewel nooit is duidelijk gemaakt of vastgelegd dat die tijdelijk bedoeld was – en de integratiepolitiek hebben veel fouten gemaakt. Ze hebben zich vergist in de moslimgemeenschap. Dat is een blok arduin. Daar kan je aan wrikken, maar die zal niet veranderen. Er is de koran en er is de profeet. Ze zullen zich oppervlakkig wel aanpassen, maar niet op dit vlak. Ik ken geen enkele imam of islam geleerde, hoe westers of Europees ook, die ook maar één vers uit de koran heeft afgezworen.

koran
De koran – remmende factor voor de integratie?

Ik verwijs naar de oecumenische overtuiging van de moslims, dat hun wereldgemeenschap, de Oemma, geroepen is om te overheersen. Allah heeft hun superioriteit over andere gelovigen en ongelovigen uitgevaardigd. Omgang met ongelovigen, christenen en Joden ligt dan niet voor de hand. De vorming van getto’s is onvermijdelijk.

 

In het boek citeert u onderzoek van Robert D. Putnam uit 2007, waaruit blijkt dat “wanneer diversiteit stijgt in een wijk, de sociale netwerken uit elkaar vallen en het wantrouwen stijgt” (E pluribus unum. diversity and community in the Twenty First Century). Is een stad met homogene wijken dan toch beter? Homogene wijken zijn toch net de getto’s die u verfoeit?  

 

De no go zones zijn inderdaad homogeen. De residentiewijken ook. Binnen die wijken is het onderling vertrouwen groter, dan tussen de wijken onderling. Het tegendeel zou verbazen. Ik stel vast dat Marokkanen bij Marokkanen willen wonen en Turken bij Turken. Mensen die dezelfde taal spreken, dezelfde culturele achtergrond hebben en grosso modo dezelfde opvattingen huldigen, schieten beter met elkaar op dan met lieden die in dit opzicht fel van hen verschillen. Ik heb daar geen wonderoplossing voor in termen van sociale mix of diversiteitsdenken.

Mij gaat het vooral over de ideeën achter de plannen: diversiteit staat alom op de agenda. Sommigen schakelen een versnelling hoger en prijzen ‘superdiversiteit’ aan. Ik heb daar een probleem mee. Mensen en culturen verschillen van elkaar. Individuele verschillen, in talent, ambitie en creativiteit kunnen verrijkend zijn.

Maar het is willekeur dat verschil tot een waarde en een norm te verheffen zodra het zich voordoet in een getinte huidskleur en een exotische cultuur, zeker wanneer die cultuur zelf elke diversiteit verwerpt.

Ik herinner me de Nederlandse CDA-politicus Piet Hein Donner die stelde dat “Europese samenwerking net noodzakelijk is voor het behoud van de culturele diversiteit.” Maar indien hij bedoelde dat de naties elk hun eigen culturele kenmerken bezitten, waarvan het behoud wenselijk is, ligt het voor de hand dat die naties zelf het behoud verzekeren. Maar hij verwees natuurlijk naar de EU, die volgens mij kan gedefinieerd worden als een voortschrijdend proces van gelijkschakeling en vervlakking. Zij wringt 28 zeer diverse naties in een unitaire mal. Zij berooft de naties van hun ‘betekenis’. Erger nog, door haar onweerstaanbare drang om Europa om te vormen tot een opvangcentrum voor alle mogelijke dompelaars, avonturiers en fanatici, ondergraaft ze de westerse cultuur en beschaving. De klakkeloze bewering dat diversiteit verrijking zou zijn, wordt dus dagelijks door de feiten weerlegd. Overigens, is onze eigen cultuur, met haar grondrechten en vrijheden, haar wetenschap, kunsten en letteren, haar technologisch meesterschap, niet rijk genoeg? Zijn aanvullingen of correcties door onvrije, ondemocratische, onwetenschappelijke culturen wenselijk? De diversiteit die de EU, unisono met de politieke kaste aanprijst, vormt een bedreiging voor de waarden die zij beweert uit te dragen. De ware diversiteit – niet de politiek correcte variant op basis van huidskleur en geloofsovertuiging – was ooit de kracht van Europa. Het was een Europa met diverse snelheden, diverse troeven en diverse ambities. Het was, vergeleken bij de gedrochtelijke constellatie die nu is ontstaan, een Europa van de vrijheid.

 

Er zijn ook Marokkanen, althans in Brussel, die uit hun getto weg willen in het belang van hun kinderen.

Ja, er zijn allochtone ouders die niet in het getto willen blijven en/of een goede school willen. En natuurlijk is niet elk contact problematisch. Iets verder in mijn straat is er een Marokkaanse groentewinkel. Die mensen zijn vriendelijk, hun groenten zijn lekker, wij hebben een goed zij het zakelijk contact. Maar verder gaat het niet, en dat is slechts op micro-niveau. Die mensen zijn bezig met hun dagelijks bestaan namelijk hun gezin voeden. In de mate van het mogelijke gaan ze zich integreren omdat ze een job nodig hebben. Soms komen ze naar een buurtfeestje, maar dan zonder de vrouw. Tja. Dat neemt allemaal niet weg dat er op een algemener niveau overal in Europa fundamentele problemen zijn in de steden.

 

Wat vindt u van het inburgeringsbeleid voor nieuwkomers dat in Vlaanderen (en ook andere West-Europese landen/regio’s) bestaat, incl. taalonderricht en maatschappelijke oriëntatie?

Het inburgeringsbeleid lukt niet echt, ook niet nu de ouders tot de tweede generatie migranten behoren en vaak ‘nieuwe Belg’ zijn en de kinderen derde generatie zijn.

Die ouders hebben hier zelf school gelopen zelf gestudeerd, en kennen dit land en de situatie heus wel. ‘Kennen’ is het punt echter niet. Ze behoren tot een cultuur die honderden jaren lang één enkel boek heeft gekend. De belangstelling voor wetenschap was onbestaande, de aanleg voor wetenschap gering.

 

Wat kunnen lokale besturen doen aan de problemen die u schetst?

Ze doen hun best, met buurtfeestjes en zo. Maar de lokale besturen staan machteloos in een situatie die voor de nationale besturen nog nauwelijks beheersbaar is, en die door het open grenzen-beleid van de opperhoofden van de EU en van despoot Angela Merkel onherstelbaar is verziekt. Steden leggen op internationaal vlak geen gewicht in de schaal, behalve dan als centra van politieke macht. De aanvoerders van de financiële oligarchie bezetten enerzijds sleutelposities in de wereldsteden, maar oefenen hun invloed vooral uit door een geglobaliseerd netwerk, dat 24/7 alle transacties controleert. Aangevoerd door Goldman -Sachs, die vanaf het bewind van Clinton in de VS, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Griekenland en de EU, met Draghi) trekken zij aan de touwtjes van het financieel beleid, dus van het beleid tout court.

 

merkel-08-oslo-quer-DW-Lifestyle-Oslo
Angela Merkel : “autistisch en despotisch”

In bepaalde internationale kringen is er nochtans veel geloof in de politieke en bestuurlijke rol van de steden, in die mate zelfs dat ze de natiestaten bijna zouden overbodig maken. Is hier sprake van een soort bondgenootschap tussen de steden en supranationale instanties zoals de EU, tegen de staten in? Wat vindt u daarvan?

Steden zijn geen afzonderlijke entiteiten, die bondgenootschappen kunnen sluiten zoals natiestaten. Er is ook een risico aan verbonden om steden of wijken meer macht te geven, omdat op lokaal vlak de demografische verhoudingen veel meer ‘op scherp’ staan. De politicus Donner die ik reeds aanhaalde zei jaren geleden al dat de democratische regel luidt dat wanneer de moslims de meerderheid zullen vormen, zij het ook voor het zeggen hebben. Dat wil zeggen dat de sharia dan de wet van het land of de stad wordt, precies zoals de OIC, de Organisation of Islamic Cooperation, die 57 moslimlanden verenigt, dat in haar eigen verklaring van de mensenrechten heeft voorgeschreven.

Is de etnisch-culturele breuklijn op dit moment de belangrijkste in onze steden?

Steden vervullen diverse functies, die men geografisch zeer verspreid op hun grondgebied terugvindt. Neem nu Brussel. Er is het Europees kwartier rond het Schumanplein met een bevolking van bureaucraten, politici en lobbyisten, die een geheel eigen leven leiden, overladen met privileges, afgeschermd van de stad der onderdanen, des gens de tous les jours. Er zijn de wijken van de welgestelden, zoals Elsene en Watermael- Bosvoorde. Er zijn de residentiewijken, zoals Woluwe. Je hebt het toeristisch centrum rond de Grote Markt en de Zavel. En dan heb je Molenbeek en Kuregem, sociaal gezien oorden voor de onderklasse, terwijl ze zich in cultureel opzicht op lichtjaren afstand bevinden van bij voorbeeld de Munt. Er is het Matongo van de Congolezen. Tot Brussel behoren tenslotte ook de forenzen die een dubbelleven leiden.

De sociologische entiteit Brussel bestaat niet eens, maar is een chaotisch conglomeraat van meerdere entiteiten, allerlei bevolkingsgroepen die elkaar niet begrijpen en elkaar mijden. Ik denk dat de diversiteitsambtenaren van de EU nog nooit een Brusselse allochtoon van dichtbij gezien hebben.

Nieuw is dat natuurlijk niet. De breuklijnen tussen arm en rijk, machtig en monddood, waren al eeuwen zichtbaar. In de afgelopen halve eeuw is de markante evolutie geweest dat de etnische breuklijn zich veel feller aftekende. Grappige anekdote in die context: jaren geleden waren hier de concerten voor verdraagzaamheid in Antwerpen. Daar waren enkel blanken. Dat is een breuklijn, lijkt me.

DSC_0237
Jos De Man: de etnische breuklijn manifesteert zich steeds meer in onze steden

 

Ondanks alle bedenkingen bij de stand van onze steden blijven de steden wel groeien.

De stad biedt veel meer kansen: op werk, op vertier, … . Wat de inwijkelingen betreft: zij wonen al decennia in hun eigen stadswijken, met hun eigen winkels, verenigingen, moskeeën, enz., en het is evident dat nieuwkomers zich onder gelijkgezinden gaan vestigen. Wat in het bijzonder de Arabieren betreft, is door de eeuwen heen gebleken dan hun clangevoel uiterst uitgesproken is.

In het algemeen zijn de grote steden magneten, om de voor de hand liggende reden: zij zijn de centra van bestuur, economie en financiën. Zij zijn door de eeuwen heen de motoren van de welvaart geweest. Dat geldt vooral voor de havensteden. Het economisch overwicht hing samen met de scheepvaart enerzijds en het ondernemen op krediet anderzijds. Kijk maar naar William Shakespeares ‘De koopman van Venetië (The Merchant of Venice).

In de Italiaanse havensteden zijn de eerste primitieve banken ontstaan. Genua was dan ook een tijdje het economische centrum van de wereld, later waren opeenvolgend Brugge en Amsterdam toonaangevend. De historisch gegroeide combinatie van zeehaven met financieel centrum is overeind gebleven, al ligt het accent nu heel duidelijk op het financiële aspect. New York (Wall Street) en Londen (The City) zijn vandaag, bij wijze van spreken, de meest invloedrijke steden omdat daar de financiële informatie uit de hele wereld samenvloeit. Het zijn uiteraard niet de steden zelf, maar de aldaar gevestigde financiers die invloed en macht uitoefenen. Rond de Londense City zitten ook de grootste advocatenkantoren en de multinationals.

Zij worden gekenmerkt door centralisatie. Van macht, van invloeden, van informatie, van netwerken. Dat geldt niet enkel voor The City en Wall Street, maar ook voor Brussel en voor Frankfurt. Brussel als centrum van de Europese Unie centraliseert de instellingen.  Daardoor zie je dat daar tienduizenden ambtenaren actief zijn, en een groot aantal politieke medewerkers, journalisten, diplomaten en vooral ook lobbyisten. Netwerken staan daar voorop. En niet Bonn of Berlijn maar Frankfurt is de belangrijkste stad, wegens de aanwezigheid van de Deutsche Bundesbank, de Duitse beurs en de Europese Centrale Bank .

Het is dus evident dat pakweg een Indiër of Chinees in de steden belanden als ze naar dit land komen en nauwelijks op het platteland. Dat is in China zelf niet anders, de gemiddelde Chinees weet ook wel dat hij beter in Shanghai of Hong Kong woont dan op het platteland. 

En daarnaast heb je natuurlijk het vertier. In Antwerpen heb je de Groenplaats en de Kathedraal, de plaatsen van gezelligheid. De hedendaagse grootstad is ook het centrum van ontspanning, “le divertissement” zoals de filosoof Pascal dat noemde. In het weekend, zeker bij de koopjes, stroomt de Meir dan vol. Shoppen en consumentisme als puur entertainment.

meir
Shoppen op de Antwerpse Meir: ‘le divertissement’, zegt Pascal

U hebt het in uw boek uitgebreid over het veroveringsproces van mensenrechten en politieke vrijheden. Die komen niet uit de lucht gevallen maar zijn het gevolg van aardse, menselijke strijd om rechten en belangen. Wat is de rol van steden daarbij in onze geschiedenis?

In de Middeleeuwen schiepen de stedelingen hun rechten en vrijheden binnen de beschermende stadsmuren. Ze golden voor wie binnen de poorten woonde. Ze waren concreet, gesteund op de opvattingen en levenswijze, gewoonten en gebruiken van de inwoners, die met elkaar een band en een verbondenheid hadden. Naarmate de steden, en de graafschappen, hertogdommen en koninkrijken groter werden, werd het arsenaal aan wetten en voorschriften op meer abstracte leest geschoeid, een evolutie die haar bekroning kende met de Franse revolutie, waarvan de slogan ‘Liberté, Egalité, Fraternité’ zo algemeen is dat hij quasi naar believen kan geïnterpreteerd worden.

Maar ze kwamen alleszins niet uit de lucht gevallen, zoals wij die elders willen importeren.

Dat strijd en rebellie vaak eerst in steden ontstond, is logisch. De intellectuelen waren ook in de steden, net zoals de uitgeverijen, de universiteiten, waar zij hun kennis kwijt konden. De Franse Revolutie is gelinkt aan Parijs. Denk ook aan Sint-Petersburg. Er waren 25.000 communisten in heel Rusland, op een totale bevolking van 250 miljoen Russen. Maar de meerderheid bevond zich in de hoofdstad, het centrum van de macht. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de minority rule: een gedreven minderheid kan zeer overtuigd en overtuigend zijn, gewelddadig ook, en daardoor zijn wil en visie doordrukken.

Verdwaalt u nog wel eens in uw eigen stad?

Ik heb enkele boekbesprekingen geschreven over, en bij hem lag de focus eigenlijk op het vluchten uit de stad, uit het geraas en uit de hectiek en het zoeken van rust en stilte, ingetogenheid. Waarin ik me ook wel erken. Dat zoeken van rust kan natuurlijk ook in de stad zelf, zelf ga ik vaak wandelen in het Rivierenhof.

Dus neen, ik ben geen Wannes Van de Velde die in de Antwerpse straten wil verdwalen. Wanneer ik verdwaal, is het onvrijwillig. De exploratie van de stad moet wijken voor de exploratie van mijn boekenkast. Daar houden zich mijn beste vrienden op.

m.7515_milan-kundera
Milan Kundera (°1929): vluchten uit het geraas van de stad

Welke vrienden waren belangrijk bij het schrijven van dit boek? Theodore Dalrymple komt opmerkelijk vaak terug.

Dalrymple is een columnist met een wendbare pen. Zijn columns zijn goed geschreven verstrooiingen voor de meer intellectueel aangelegde medeburger. Ze drijven op de dagelijkse stroom, het zijn geen diepgaande analyses. Nuttiger vond ik de werken van de Amerikaanse filosoof Richard Rorty (1931-2007), omwille van zijn filosofisch pragmatisme en zijn interessante meningen over etnocentrisme.  

Bent u zelf een stadsmens?

Neen. ik ben nu in Antwerpen beland en woon er graag, maar had even goed elders kunnen wonen. In de jaren zeventig woonde ik op het platteland, echt aan ’t eind van de wereld in het dorpje Zaffelare. Een oase waar je kwam uitrusten van ‘exploten’ in de stad. Ik heb in de jaren ’80 ook jaren in Amsterdam gewoond en gewerkt. Echt het type stad dat mij bevalt: niet te groot en gezellig, en door de grachten op menselijke maat gesneden. Het heeft iets historisch: die grachten stralen uit ‘dit zijn wij, dit is Amsterdam’.

amsterdam-647x364
Amsterdam: intellectuele hoofdstad van de Nederlanden

Amsterdam is de intellectuele hoofdstad van de Nederlanden. Al sinds de 17de eeuw staat het intellectuele leven daar op hoger peil dan hier. En als publicist over kunst, literatuur en filosofie kwam ik daar veel meer aan mijn trekken: ik vond daar inspiratie, had daar veel contacten, … ik kon daar beter mijn brood verdienen dan in Vlaanderen. Ik kon dan professioneel wat rondzwerven op andere plaatsen en daarover schrijven, bijvoorbeeld rond de Middellandse Zee.

Welke andere steden trekken u aan, naast Amsterdam? 

Firenze, je wandelt er in de Renaissance. Het meest aangrijpende beeld dat ik ken is de Maria Magdalena van Donatello, in het Museo nazionale. Holle oogkassen, holle wangen, het uitgemergelde lichaam slechts door haar heuplange haren verhuld. Een blik vol vertwijfeling. Op enkele passen van haar vandaan staat de profeet Habakkuk, eveneens van Donatello. Zijn hoofd is niet veel meer dan een doodshoofd. Zijn blik is de wanhoop voorbij. Michelangelo’s David straalt dan weer kracht en hoop uit. Een stad gaat over heden en verleden. Ik heb uren doorgebracht in de Uffizi. ’s Avonds zag ik in het restaurant een meisje dat als twee druppels water leek op een figuur van Filippino Lippi, die ik in de Uffizi had bewonderd. Ik weet niet of het nog een woon- en leefstad is. Het is vooral een historische stad. In eigen land is Brugge ook een overzichtelijke stad: een stad die duidelijk gegroeid is uit de historische middeleeuwse stad, waar je de grenzen, de poorten nog ziet. Te grote steden vind ik meestal te onoverzichtelijk, te chaotisch, te gefragmenteerd.

Donatello_Abacuc_detail
Donatello’s Habakkuk (1425)

Dit interview werd afgenomen  op 12 februari 2017 en verscheen in het maartnummer (nr. 225) van het maandblad Meervoud.

Meer lezen? Schrijf je via de knop rechtsonder in als volger van deze blog, en je krijgt een mailtje bij elk volgend artikel of interview.

volgknop

Jos De Man, Van burger tot onderdaan. Het failliet van de democratie (Academic & Scientific Publishers, 2013)

Plaats een reactie